Een tevreden gebedsleven
|

Een tevreden gebedsleven

Ben je tevreden met je gebedsleven? Eigenlijk is het moeilijk om zo’n vraag met ‘ja’ te beantwoorden. Het is wel mogelijk, maar de vraag is: hoe bepaal je de tevredenheid in je gebedsleven?

De meeste christenen gaan met bidden hetzelfde om als met andere aspecten van het christelijke leven. Ze vinden het verkeerd om genoegen te nemen met de ‘status quo’, want het kan immers altijd beter, toch?

En het is inderdaad belangrijk dat we van tijd tot tijd – net als Paulus het in 2 Korinthe 13:5 met betrekking tot het geloof eist – onszelf onderzoeken of we in gebed staan of niet. Maar wat maakt een vast gebedsleven eigenlijk uit? Betekent het alleen maar dat we regelmatig bidden? Dat we een bepaalde tijd vrijhouden voor gebed en dat niets ons ervan af kan houden? En is dat alleen werkelijk de reden voor een tevreden gebedsleven? Indien ja, vind ik dat toch bedenkelijk!

Waarom bidden we eigenlijk?

Ik heb niet zelden uitspraken gehoord als: “Een ware christen herken je aan zijn gebedsleven.” De achterliggende betekenis is op zich wel goed. Je wil een lauw christelijk leven vermijden en gebed is ook feitelijk een zeer belangrijk element van het geloof. Dit soort uitspraken zijn echter noch in overeenstemming met de Bijbel noch zijn ze een hulp om andere mensen te motiveren tot een consequenter gebedsleven. Daarom verzet ik me duidelijk tegen dit soort uitspraken die de indruk wekken dat we alleen dan gered kunnen zijn als ons gebedsleven schijnbaar probleemloos verloopt.

Ik moet toegeven dat ik lange tijd zelf een heel wettische kijk op het gebed had en – om eerlijk te zijn – deels nog steeds heb. Zo zijn er tijden waarin mijn gebedsleven zich eerder traag voortsleept en als er dan een heel dringende vraag naar gebed is, vind ik het moeilijk om dat voor God te brengen. Dan komen er namelijk dit soort gedachtes in mij op: nu heb je zo lang zo oppervlakkig gepraat met God en dan denk je dat je Hem lastig kunt vallen met zo’n verzoek?

Ik weet dat dit soort gedachtes fout zijn. Ze komen voort uit puur wetticisme en hebben geen betrekking op de kennis van Gods karakter, Zijn beloften of Zijn Evangelie. En toch duiken ze op en beïnvloeden mij. Dat leidt er dan toe dat ik het gebed als een last voel. Zie ik dan ook nog christenen die schijnbaar geen mooier tijdverdrijf kennen als bidden, dan frustreert dat nog meer.

De waarheid is echter dat Gods Woord ons slechts één kenteken noemt van ware christenen: het geloof dat door de liefde werkzaam is (Galaten 5:6, zie ook Johannes 13:35). En zelfs daarin falen wij vaak. Nu kun je daar tegenin brengen dat het gebed immers een uitdrukking is van het geloof en de liefde voor God. Ja, dat klopt – dat zou het tenminste moeten zijn. Maar als wij ons onderzoeken of en hoe wij in het gebed staan – maar ook in een pastoraal gesprek met anderen – zullen we concluderen dat er vele verschillende redenen kunnen zijn, waarom we bidden of ook niet. Daarom is het zo cruciaal dat we er ons van bewust zijn dat God alleen redt uit genade en door het geloof. En dat heeft niet alleen betrekking op het einde van ons leven, maar op elk ogenblik van ons leven – ook op ons gebed.

Wat betekent dat heel praktisch gezien? Nou, dezelfde God die ons in Zijn Woord oproept om “zonder ophouden te bidden”, vermaant ons in dezelfde alinea “de moedelozen te bemoedigen, de zwakken te ondersteunen, en met allen geduld te hebben” (1 Thessalonicenzen 14:17). Hoe zeer behartigt God deze eisen ten opzichte van ons – ook met betrekking tot ons gebedsleven!

Tot wie bidden wij eigenlijk?

Een grote hulp is als ik me bewust maak, wie ik in het gebed ontmoet: de verheven God, die waardig is om aanbeden te worden en eer te ontvangen, Die het machtigste Wezen van het universum is en Die er toch niet gewoon maar is, maar er voor mij is. Als ik dan nog bedenk hoe God Zichzelf ten opzichte van ons noemt in de Bijbel – zowel “Vader in de Hemel” (Mattheüs 6:9) als ook onze “vriend” (Johannes 15:15) – en ik me bewust word dat Hij “voor ons zorgt” (1 Petrus 5:7), dat Hij zoveel van ons houdt dat Hij Zijn Zoon voor ons gegeven heeft, dan heeft dat er een invloed op hoe ik Hem ontmoet.

In tijden waarin ik (vermeend) geen tijd, kracht of mogelijkheid heb om te bidden, kan ik tegen God zeggen: “Dank u Vader dat ik daardoor niet minder Uw kind ben. Help mij a.u.b. om meer tijd te vinden voor de gemeenschap met U. Ik dank U dat ik me over U verheugen kan, ook dan als mijn gebedsleven niet zo verloopt als ik het graag zou hebben.”

Dit bewustzijn, dat het gebed geen taak is die we uit moeten voeren, maar een geschenk van God, is een veel grotere motivator en eert God vooral ook veel meer dan elke simpele plichtsvervulling. Want cruciaal is dat het gebed een bestanddeel is van de relatie tussen ons en onze Schepper. Een relatie die Hij Zelf ingezet heeft en die alleen bestaat vanwege de overwinning van Jezus, niet op die van ons! Daarom is het een enorme hulp om het gebed niet te zien als een religieuze verplichting, maar als een geschenk van God, waarbij Hij Zijn onzichtbare wereld verbindt met onze zichtbare wereld, om ons te ontmoeten in ons leven van alledag.

Hoe bidden we eigenlijk?

Het kan een hulp zijn om dagelijks op een bepaald tijdstip te bidden, vooral als ons leven en onze agenda vol zijn met afspraken en stress. Dan bestaat echter het gevaar dat ook die gewoonte verkommert tot een regeltje. Dat leidt tot meerdere problemen: we ontwikkelen weer een valse tevredenheid en vertrouwen op ons succes in plaats van op God. We kunnen neerbuigend denken over anderen die niet zo gedisciplineerd zijn als wij. En voor het geval het niet lukt, komen ofwel frustratie of geloofstwijfels op, omdat ons vertrouwen op ons rust en niet op God. Ofwel we huichelen en doen alsof alles helemaal in orde is. Maar aangezien het gebed een deel van onze relatie met God is, mogen we van het gebed geen wedstrijd gaan maken – noch voor onszelf noch voor anderen – anders heeft onze relatie het probleem dat ze afhankelijk wordt van prestatie.

Andere relaties, zoals met vrienden en liefdevolle ouders, hebben we ook niet volgens de agenda. Gebeden ontstaan in het leven van alledag. Zo kunnen we God bijvoorbeeld voor iets danken dat Hij prachtig gemaakt heeft, voor een situatie waarin Hij ons bewaard heeft of als we Zijn genade nodig hebben. Daarom kan het voor sommigen eenvoudiger zijn om vaker korte gesprekken met God te hebben dan lange vastgelegde gebedstijden aan te houden.

Kunnen we dus tevreden zijn met het gebed? Ja, dat is mogelijk! En wel dan als we het gebed niet zien als een prestatie of een plicht, maar als dat wat het werkelijk is: een geschenk van God waarin wij onze relatie met Hem onderhouden, waarin wij Hem ontmoeten en waarin wij in kleine of grote momenten de mogelijkheid hebben om Gods onzichtbare wereld te verenigen met onze zichtbare wereld. Zo worden lof, dank, vragen en smeken allemaal een natuurlijke uitdrukking van een heel natuurlijke relatie.


© Benjamin Schmidt @ Herold-Mission.

Vergelijkbare berichten