Als het bidden ons uitdaagt
Waarom is het zo moeilijk om te bidden? Waarom kan ik me er nauwelijks toe aanzetten om te gaan zitten en langer dan een paar minuten te bidden? Waarom heb ik vaak de indruk dat gebed geen zoden aan de dijk zet? Daarmee bedoel ik niet het tafelgebed of het gebed dat ik ’s avonds aan het bed van mijn kinderen bid. Met die gebeden heb ik nauwelijks moeite. Ook moet ik ook toegeven dat ik het lezen van de Bijbel eenvoudiger vind dan te bidden. Ik geniet de rust van een stille ochtend als alle anderen nog slapen, ga met een kop koffie in mijn lievelingsfauteuil zitten en sla mijn Bijbel open. Zo zou ik zonder problemen een uur door kunnen brengen om me te verdiepen in Gods Woord. Natuurlijk bid ik ook aan het einde van de stille tijd, maar vaak lijkt het gebed dan op een noodzakelijke aanhang die er gewoon bij hoort. En als ik eerlijk ben dwalen mijn oppervlakkige gedachtes dan vaak af.
Weliswaar kon ik in mijn geloofsleven tot nu toe een grote portie Bijbelkennis vergaren, maar ik kan helaas niet terugblikken op een rijk gebedsleven. Ik ben nooit helemaal gestopt met bidden en heb ook veel gebedsverhoringen beleefd, maar toch heeft mijn gebedsleven geen werkelijke diepgang. Tegelijkertijd weet ik dat gebed veel meer moet zijn dan wat ik ‘beleef’. Want als ik me er van bewust ben dat ik me met mijn gebed tot de almachtige God wend, mijn Hemelse Vader, dat ik met Hem spreek en gemeenschap met Hem zoek, dan weet mijn verstand dat praktisch niets zo grandioos en belangrijk kan zijn dan gebed.
Maar toch lijkt het meer op ronddolen in de woestijn dan een wandeling over grazige weiden (zie Psalm 23). Meer dan eens heb ik me afgevraagd hoe je een meer vervuld gebedsleven ontwikkelt. Wat moet er veranderen, zodat ik graag bid?
En net op dit punt heeft het boek ‘Bidden – vertrouwelijke omgang met de ontzagwekkende God’ van pastor Tim Keller mij heel erg geholpen. Keller kent het dilemma van veel christenen uit eigen ervaring: je wilt wel graag bidden, maar je weet niet precies hoe je dat nu moet doen. Op de eerste plaats was het voor mij bevrijdend om te lezen dat Keller het bidden pas in zijn tweede levenshelft echt geleerd heeft en dat bij hem niet van vandaag op morgen de grote verandering gebeurde. Hij schrijft:
“Het duurde een tijdje voordat deze veranderingen vruchten afwierpen, maar na zo’n twee jaar begonnen enkele geestelijke doorbraken. Sindsdien ging het de ene keer beter en de andere keer slechter, maar al met al heb ik een nieuwe vreugde in Christus gevonden.” (p.25).
Twee jaar! Dat moest er eerst even in. Zelfs als langjarige christen met veel Bijbelkennis heeft het Keller twee jaar aanhoudend bidden gekost, totdat zijn gebedsleven op een ander ‘niveau’ gekomen was. Natuurlijk spreekt hij hier over zijn eigen ervaring, wat betekent dat het niet bij elke christen zo lang moet duren. Maar wat voor veel dingen in dit leven geldt, schijnt ook te gelden voor het gebed – het duurt z’n tijd voordat er echt iets verandert.
En dat was ook precies mijn denkfout. Ik ging ervan uit dat bidden ‘gemakkelijk’ is. Veel christenen die teleurgesteld zijn in hun gebedsleven, zijn vermoedelijk ooit met veel hoop begonnen met bidden om dan veel te vroeg weer op te geven! Om de een of andere reden denken wij dat bidden ‘gemakkelijk’ moet zijn en op een bepaalde manier is het dat ook. Ik hoef niet hardop te praten om te bidden, ik hoef geen bijzondere houding aan te nemen of speciale voorbereidingen te treffen. Maar in weerwil van dit feit schijnt een intensief, door vreugde en vrede bepaald gebedsleven voor velen van ons ver weg te zijn. Je kunt het vergelijken met het beheersen van een muziekinstrument. Als we kijken naar een ervaren speler, lijkt het allemaal erg gemakkelijk. Pas als we het zelf proberen, merken we pas hoe moeilijk het eigenlijk is. Waarschijnlijk krijgen we wel een toon uit het instrument maar dat is nog iets heel anders dan het werkelijk te spelen. En zo is het ook met bidden. Op een bepaalde manier is het moeilijk en vereist oefening. Keller noemt er ook een reden voor:
“Ik ken niets groots dat niet ook moeilijk zou zijn. En dat betekent dat bidden een van de moeilijkste dingen ter wereld zou moeten zijn. […] In het begin overheerst meestal het gevoel van innerlijke armoede en de afwezigheid van God. De beste leermeesters van het bidden vermanen ons om in die situatie niet op te geven, maar door te zetten en onverpoosd door te bidden, totdat we doorbreken van de plicht naar de vreugde.” (p.32-33).
Het heeft me alleen al geholpen om me dit bewust te maken, omdat mijn verwachting van het gebed verkeerd was. Als ik jarenlang ongezond eet, kan ik niet een week nadat ik met gezonde voeding ben begonnen levensveranderende resultaten verwachten. En dat is net zo met gebed. Als ik de Bijbel jarenlang met het verstand gelezen heb, zonder intensief na te denken over Gods Woord (zie Psalm 1:2), moet ik eerst oefening krijgen in deze ‘kunst’ (helemaal afgezien van het feit dat het voor ons principieel moeilijk is om je langer dan 10 minuten op iets te concentreren).
Als jij ook te kampen hebt met je gebedsleven, maak je er dan eerst bewust van dat dit niets ongewoons is en dat je er niet alleen mee bent. Maar wat kun je concreet doen om te leren bidden? Ik wil je laten zien hoe ik enkele principes uit het boek van Keller toepas.
Voorbereiding: eerst neem ik een ogenblikje tijd om erover na te denken wat er zo meteen gaat ‘gebeuren’. Ik maak me bewust dat ik Gods kind ben en wend me tot mijn Hemelse Vader die mij zal verhoren omwille van Jezus. Vaak vraag ik de Heilige Geest om in mijn hart te werken, de vermoeidheid te verdrijven en me Zijn Woord aantrekkelijk te maken.
Lezen en nadenken: daarna lees ik een Bijbeltekst (momenteel zijn het de Psalmen). Nadat ik de tekst enkele keren gelezen heb, blijf ik ofwel bij een bepaalde uitspraak hangen of ik zoek bewust een vers uit waar ik langer over na wil denken. Vooral omdat het de afgelopen jaren voor mij een gewoonte is geworden om de tekst alleen vanuit zijn historische context te bekijken, vraag ik nu wat hij mij concreet te zeggen heeft (zonder daarbij de historische zin en de bedoeling van de auteur uit het oog te verliezen).
Bidden: vaak ontstaat er uit het nadenken al een lof aan God of een dank- of boetegebed. Om dan echter niet alleen maar mijn gebedslijst door te bidden, ben ik begonnen met het bidden van het Onze Vader. Daarbij volg ik slechts zelden de originele woorden. Veeleer beveelt Keller aan om, in navolging van Luther, het Onze Vader als richtsnoer te nemen voor het persoonlijke, dagelijkse gebed. Het Onze Vader is immers het gebed dat Jezus Zijn volgelingen leerde. Daarvoor moet ik natuurlijk weten wat er met de afzonderlijke uitspraken bedoeld wordt. Daarbij kan een goed commentaar bij de Bijbel of andere lectuur behulpzaam zijn (bijvoorbeeld het boek ‘Hoe moeten we bidden?’ van Udo H. Schmidt). Het Onze Vader is daarom zo’n grote hulp, omdat het alle aspecten van het gebed in de juiste volgorde brengt. Eerst komt het richten op God (Onze Vader, Die in de Hemelen …) en pas later het verzoek om aardse dingen (geef ons heden ons dagelijks brood …).
Vooral als we er moeite mee hebben om geconcentreerd te blijven tijdens het bidden, kan het Onze Vader een grote hulp zijn.
Slot: tot besluit ben ik nog even stil en maak me bewust wat er net ‘gebeurd’ is en dank God voor Zijn handelen. Natuurlijk gebeurt het ook dat de stille tijd toch niet opbouwend was en zo aanvoelde alsof er ‘niets was bereikt’. Dan maak ik me bewust dat die toestand niet van lange duur zal zijn, maar dat er op een gegeven moment een geestelijke doorbraak is als ik maar standvastig verder bid.
In het ideale geval begin ik de dag met zo’n meditatie die gemiddeld een minuut of dertig duurt. Keller adviseert in zijn boek om ook ’s avonds bewust te bidden. Ook hier is het Onze Vader voor mij een grote hulp gebleken. Ik heb het tot mijn avondgebed gemaakt en dank God terugkijkend voor Zijn handelen en vraag om vergeving voor dingen die mij aan het einde van de dag bewust worden.
Is dat allemaal gemakkelijk? Nee! Doe ik het altijd met vreugde? Nee! Vaak voel ik me te moe of uitgeput om echt ‘zin’ te hebben om in Gods Tegenwoordigheid te treden. Maar ik heb ook al heel vaak ervaren dat de ‘zin’ tijdens het lezen en nadenken over Gods Woord kwam en ik versterkt de dag kon beginnen. Daarom wil ik je bemoedigen om te beginnen met bidden! Wees realistisch en stel je in op moeilijke tijden. Maar wees er net zo verzekerd van dat God je altijd weer een voorproefje zal geven van de triomf die op ons wacht, als we in gebed niet moe en mat worden.